Geheugenkliniek

De geheugenkliniek van het Sint-Andriesziekenhuis heeft als doel het aanbieden van een uniforme, multidisciplinaire zorg voor volwassenen met cognitieve stoornissen en dementie.
COGNITIEVE ACHTERUITGANG
Een verminderd cognitief functioneren wordt gedefinieerd als een achteruitgang van bepaalde hersenfuncties. Dit kan zich op vele manieren uiten, zoals bijvoorbeeld een achteruitgang van het geheugen, spraak- of taalmoeilijkheden, problemen met aandacht en concentratie, stoornissen in de ruimtelijke oriëntatie, alsook veranderingen van het gedrag of de persoonlijkheid. Cognitieve achteruitgang hoort vaak bij de normale veroudering van de hersenen, maar het is van belang om ook andere oorzaken uit te sluiten. Zo kunnen lichamelijke en psychische problemen een groot effect hebben op het cognitief functioneren. Het is van belang om pijn, acute ziekte of een depressie tijdig op te sporen en te behandelen. Soms is de achteruitgang niet te wijten aan een normaal verouderingsproces of lichamelijke/emotionele factoren, maar is er sprake van een onderliggende ziekte en/of probleem in de hersenen. Men spreekt dan van een neurodegeneratieve aandoening of dementie.
NEURODEGENERATIEVE AANDOENINGEN
Verschillende hersenaandoeningen kunnen dementie veroorzaken. Hierbij is de ziekte van Alzheimer de meest frequent voorkomende aandoening. Daarnaast bestaan nog Lewy-Bodydementie, vasculaire dementie, frontotemporale dementie met primair progressieve afasie of de gedragsvariant van frontotemporale dementie en meer zeldzame vormen van dementie zoals corticobasale degeneratie, progressieve supranucleaire parese en ziekte van CreutzfeldtJakob. Correct het onderscheid maken tussen deze verschillende ziekteprocessen is uitermate belangrijk zodat een gepaste en doeltreffende behandeling kan gestart worden, de patiënt/ familie correct geïnformeerd wordt over de prognose, alsook de opvolging en familiale counseling (zoals overerving). Neurodegeneratieve aandoeningen vormen een belangrijke oorzaak van sterfte in de westerse maatschappij. Tot op vandaag bestaat hiervoor nog geen preventieve of curatieve behandeling. Op dit moment worden wel veel ziektemodulerende behandelingen in studieverband onderzocht. Zo lopen er voor de ziekte van Alzheimer momenteel 120 verschillende studies naar medicatie. Sommige van deze behandelingen werden in andere landen reeds goedgekeurd en toegepast in de klinische praktijk (bv. Lecanemab). Eenmaal deze behandelingen beschikbaar zullen zijn op de Belgische markt, zal een correcte en vroegtijdige diagnose alleen maar aan belang winnen omdat deze ziektemodulerende behandelingen het meest effectief zijn in de vroege ziektestadia en ziektespecifiek zijn.
MULTIDISCIPLINAIR TEAM
Binnen onze geheugenkliniek werken neurologen, psychiaters, geriaters, neuropsychologen, ergotherapeuten, radiologen en nuclearisten nauw samen. We hebben als doel een probleem grondig te evalueren in al zijn facetten om zo tot een snelle en correcte diagnose te komen, waarbij we ernaar streven om het type dementie zo nauw mogelijk te specificeren. Daarnaast proberen we een open communicatie met patiënt en omgeving te bewaken, alsook een wetenschappelijk onderbouwde behandeling voor te stellen.
BETROKKEN DIENSTEN EN PERSONEN:
- Dienst geriatrie: dr. Billet, dr. Dekoninck, dr. De Groote
- Dienst neurologie: dr. Vantyghem, dr. Parmentier, dr. Lamont
- Dienst psychiatrie: dr. Vandewalle, dr. Gazziano
- Dienst radiologie: dr. Thomaere
- Dienst nucleaire geneeskunde: dr. D’Hulst
- Neuropsycholoog: Jens Vermeeren
- Ergotherapie: Trui Lambrecht
DOELSTELLINGEN
De voornaamste doelstellingen van onze geheugenkliniek zijn het stellen van een vroegtijdige diagnose zonder hospitalisatie, een snelle en accurate diagnosestelling die op een heldere manier wordt toegelicht aan patiënt en zorgverleners, het detecteren van gedrags- en psychologische veranderingen, een adequate medicamenteuze behandeling en aandacht voor een optimale ondersteuning zodat de thuissituatie zo lang mogelijk haalbaar blijft voor zowel patiënt als mantelzorger. Bovendien hopen we op termijn ook cognitieve revalidatie te kunnen aanbieden. Verder proberen we in te zetten op een zo nauwkeurig mogelijke differentiaaldiagnostiek, met aandacht voor een breder spectrum aan cognitieve stoornissen zoals mild cognitive impairment (met multipele potentiële onderliggende oorzaken) en cognitieve stoornissen binnen het kader van psychiatrisch lijden. Deze differentiaaldiagnose is erg belangrijk, aangezien deze aandoeningen een totaal andere behandeling en opvolging vereisen. Het is echter niet altijd evident om een correct onderscheid te maken, gezien de grote overlap in symptomatologie tussen patiënten met bepaalde dementiële syndromen zoals LewyBodydementie of frontotemporale dementie (vooral in de beginstadia) en patiënten met een primair psychiatrische stoornis. Daarnaast is het van belang om bij oudere patiënten mogelijke comorbiditeiten niet uit het oog te verliezen. Door een multidisciplinaire benadering kunnen we de kans op misdiagnoses zo laag mogelijk houden, en patiënten geruststellen als de subjectieve cognitieve klachten van goedaardige aard blijken te zijn.
PRAKTISCH
Op welke manier kan een patiënt naar ons verwezen worden? Patiënten worden meestal doorverwezen via de huisarts of specialist. We adviseren om de huisarts steeds te betrekken in het traject door het opvragen van een verwijsbrief. Als patiënt of verwijzend arts mag u steeds kiezen naar welke discipline u de verwijzing richt. We adviseren echter wel om patiënten met cognitieve klachten die jonger zijn dan 80 jaar door te verwijzen naar de dienst Neurologie en patiënten ouder dan 80 jaar en/of met belangrijke comorbiditeiten naar de dienst Geriatrie. Soms kan het ook zijn dat aansluitend bij een ziekenhuisopname reeds een afspraak vastgelegd wordt. Verwijzing vindt telefonisch plaats via volgende nummers:
- Dienst Neuropsychiatrie: 051 42 57 50
- Dienst Geriatrie: 051 42 51 60 (dienst Inwendige Ziekten)
INTAKE
De eerste afspraak in de geheugenkliniek bestaat uit een gesprek met de arts (neuroloog of geriater, cf. eerder vermelde criteria) en afname van een korte screeningstest (MMSE). Tijdens deze consultatie wordt geprobeerd om mogelijke secundaire oorzaken van cognitieve achteruitgang uit te sluiten en wordt een inschatting gemaakt welke verdere onderzoeken nuttig en noodzakelijk zijn. Indien de patiënt reeds vooraf opgenomen werd in het ziekenhuis, kan het zijn dat deze stap overgeslagen wordt.
DAGOPNAME MET NEUROPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK
Er wordt altijd getracht om de verdere onderzoeken te bundelen tijdens een dagopname om zo de belasting voor patiënt en familie te beperken. De minimaal afgenomen onderzoeken zijn een bloedafname, een hersenscan (CT hersenen en/of MRI hersenen) en een neuropsychologisch onderzoek. Met een neuropsychologisch onderzoek proberen we te onderzoeken welke verschillende cognitieve domeinen betrokken zijn (aandacht, waarneming, taal, geheugen, planmatig en organiserend denken en handelen). Dit gebeurt aan de hand van verschillende testen en opdrachten, waarbij ook aan een vertrouwenspersoon wordt gevraagd om een vragenlijst in te vullen om extra informatie te verzamelen. Een volledig onderzoek duurt ongeveer 1,5 uur. In functie van het profiel van de patiënt vindt ook een nazicht plaats door de neuroloog, psychiater en geriater (voor zover dit in het verleden nooit eerder is gebeurd).
MULTIDISCIPLINAIR OVERLEG EN NABESPREKING
We komen elke twee weken samen om alle casussen te overleggen, waarna de patiënt en zijn vertrouwenspersoon teruggevraagd worden op consultatie voor het bespreken van de resultaten en het behandelplan. In functie van de bevindingen kan bijkomend onderzoek gepland worden (bv. PET-CT scan of lumbaalpunctie) en wordt ook een vervolgafspraak vastgelegd.
Auteurs: Dr. Marie De Groote (geriater) en dr. Soetkin Vantyghem (neuroloog)
Datum: 15 juni 2025
BROCHURES